ANDY COHEN – TRYIN TO GET HOME (2020) / SMALL BUT MIGHTY: SONGS FOR GROWING PEOPLE, feat. MOIRA MELTZER-COHEN (2020)

 

 “A walking, talking folk-blues-roots encyclopaedia…“

Andrew M. “Andy” Cohen is een folk/blues artiest -nog vollediger- een muzikale duizendpoot, met de alias “de wandelende, pratende folk-blues-roots encyclopedie”. Hij groeide op in Massachusetts in een huis met een piano en veel Dixieland Jazz platen. De Folk Revival rolde in de sixties over hem heen en de muziek van Big Bill Broonzy, de Jim Kweskin Jug Band, Willie Walker, Lemon Jefferson, Lead Belly, Skip James, Bukka White, Reverend Robert Wilkins, Brownie McGhee en Rev. Gary Davis lieten een grote indruk op hem na.

Andy Cohen tourde o.a. met Rev. Gary Davis, Brother Daniel Womack en Honeyboy Edwards. Andy werkte intensief samen met Walt & Ethel Phelps, Big Joe Duskin, Pigmeat Jarrett, Etta Baker, Big Boy Henry en Son Thomas. Andy hielp festivals organiseren, bestuurde de oude blues mannen (waaronder Reverend Gary Davis) grondig en, schreef boeken over enkele oude “masters”. “The Hands of Blues Guitarists” werd gepubliceerd in Ramblin’ on My Mind: New Perspectives on the Blues, door David Evans (2008).

Andy nam meer dan een dozijn albums op waaronder o.a. in 1997 ‘Oh Glory, How Happy Am I: The Sacred Songs of Rev. Gary Davis en in 2002 onder de naam Andrew M. Cohen, ‘Dolceola: Favorites, met nummers van o.a. Skip James, Huddie Ledbetter, Rev. Charles A. Tindley, Charlie Patton en Clarence Williams. Andy speelt op een dolceola, een muziekinstrument dat lijkt op een miniatuurpiano, maar in feite een citer is met een toetsenbord. Het wordt gebruikt in traditionele heilige blues en heeft een ongewoon, engelachtig, muziekdoosgeluid. Dolceola's werden gemaakt door de Toledo Symphony Company van 1903 tot 1907.

Op veel van zijn albums werkte Cohen samen met gelijkgezinden. Hij deed dat o.a. in 1993 met William Lee Ellis & Eleanor Ellis op Preachin’ in that Wilderness, in 1995 met David Rice op ‘Grinnin’ in Your Face’ en met Larkin Bryant op ‘Mississippi Heavy Water Blues’.

“For the most part, I play South-eastern music that was on 78's. This includes blues, gospel, country dance music, fiddle tunes, monologues, ballads, classic rags, ditties, country songs and boogies. Mostly, I play guitar…”

De muziek die Cohen meestal doet, is een soort Country Blues 101. Het is natuurlijk meer dan dat en omvat materiaal van voor de jaren twintig tot ongeveer de jaren vijftig en, strekt zich uit over de verschillende staten waar Memphis aan grenst. In hart en nieren voelt hij zich iemand uit het Zuiden. In zijn shows doet hij materiaal van Reverend Davis, John Hurt, Big Bill, Gus Cannon, Frank Stokes, Memphis Minnie, Bukka White, Barbecue Bob, Charlie Patton, Ted Bogan, Henry Spaulding en van de honderd andere blues mensen.

TRYIN’ TO GET HOME (2020)

Deze maand brengt Andy Cohen bij Earwig Music twee albums uit: ‘Tryin’ to Get Home’ en ‘Small but Mighty’. Met de songs voor ‘Tryin’ to Get Home’ was hij al jaren in zijn hoofd bezig. Sommige nummers zijn korte, maar sterke nummers en zijn bedoelt voor volwassenen, die ook mensen zouden moeten zijn. Voor Cohen zijn de songs op het album belangrijk omdat ze een betekenis hebben, omdat ze spreken over wat belangrijk is, rechtvaardige dingen, groot en klein.

Van de 17 nummers die Andy Cohen solo opnam, schreef hij er zelf vijf van. “Step Up and Go”, de klassiekervan Blind Boy Fuller uit 1940 leerde hij in 1967 van Blind Jim Brewer (1920-1988), die iedere woensdag in Chicago optrad in No Exit Cafe. Charlie Patton (1891-1934) schreef in 1929, als een van zijn eerste songs, “Pea Vine Blues”. De “Grandfather of the Blues” Patton beïnvloedde Son House, Tommy Johnson, Howlin' Wolf, Bukka White, Robert Johnson, Willie Brown en nog vele anderen. Voor sommigen is hij “the King of the Blues”! “Pea Vine Blues” was ook een nummer dat Brewer op zijn repertoire had staan. Brewer vervolledigde sommige van Patton’s verzen, die Cohen hier overneemt. De eerste original is een korte instrumental met veel levendig piano getokkel, “Louis Jay Meyers Memorial Stomp”. Het nummer is een tribute aan Louis Meyers (1929-1994). Niet de Meyers, de Chicago blues muzikant die voor Earwig Music opnam en die met zijn broer Dave Meyers The Aces, een van de vroegste en meest invloedrijke van de elektrische Chicago bluesbands in de jaren 1950, leidde. Beiden waren van Byhalia, Mississippi, afkomstig. De Meyers broers traden oorspronkelijk op als de Little Boys. Het nummer dat Cohen schreef is een tribute aan Louis Jay Meyers (1955-2016), het hoofd van Folk Alliance International (FAI), met wie Cohen in Memphis samenwerkte en de medeoprichter van South By South west (SXSW). Met “Riley and Spencer” herwerkte Cohen een traditional van Fields Ward. Fields (hij is ondertussen al 109 jaar!)  was de zoon van Crockett Ward en de neef van Wade. Samen traden ze op als de Bogtrotters. “Bad Dream Blues” is een nummer dat Cohen vond -hij was toen eerstejaars student aan het college- op een album van de NY-er folkzanger Dave Van Ronk (1936-2002). Hij liet het nummer zowat een halve eeuw koken in zijn hoofd, voordat hij het zelf durfde opnemen. De tweede original heet “Puffin’ That Stuff”. Hij schreef het nummer midden jaren 1970 en vond zijn inspiratie bij een nummer dat hij hoorde bij een vriend van hem. Van Sonny Terry aka Saunders Terrell is “One Monkey Don’t Stop the Show”. Het sarcastische liedje is bedoeld als een ode tegen de liefde. “Talkin’ Casey” is Cohen’s bewerking van een nummer van Mississippi John Hurt. Hurt schreef in het nummer het verhaal van Jonathan Luther "Casey" Jones, een treinreiziger die omkwam toen zijn passagierstrein in botsing kwam met een vastgelopen goederentrein in Vaughan, Mississippi. Jones was een locomotiefingenieur bij Illinois Central, gevestigd in Memphis, TN en Jackson, MS. Hij stond bekend om zijn uitzonderlijk punctuele schema's, die soms een zekere mate van risico vereisten, hoewel dit geen factor was tijdens zijn fatale laatste reis. Er is echter enige onenigheid over de opeenvolging van gebeurtenissen die nacht, 29/30 april 1900. “Reverend Gary Rag” is een korte original, een deel van een tweedelige instrumental. Van Bob Dylan is “Bob Dylan’s Dream”. Hij schreef het in 1963 en nam het o.a. op voor Columbia Records op het album ‘The Freewheelin' Bob Dylan’, op ‘The Bootleg Series Vol. 9 - The Witmark Demos: 1962–1964’ (2010) en een live versie van het nummer is te horen op ‘Live 1962–1966: Rare Performances from the Copyright Collections’ (2018). Het nummer gaat over vriendschap, het belangrijkste in het leven. Van Gary Davis is de klassieker “Dead Don’t Have no Mercy”. Cohen bewerkte, samen met Bill Ellis, het nummer. Een andere Davis’ song is “Trying to Get Home”. Derde original “Earwig Stomp” moet de basis zijn voor een bigband arrangement, dat er ooit zal komen. Nog een nummer over de spoorweg is “Time to Go” van Lawrence J. Penn. De stoomtrein Maurie reed vanuit Milwaukee en had de bijnaam de “King of the Hobos”. In het nummer leven, vanachter de piano, de herinneringen aan Larry Penn en de legendarische stoomtrein. “I Ain’t Gonna Give You None of My Jerry Roll” van Clarence & Spencer Williams is een opgewekt ragtime nummer dat Cohen leerde van het album ‘Good Time Jazz’ (van Sweet Emma Barrett, de “belle Gal of New Orleans”), dat deel uitmaakte van de platen collectie van zijn vader. “West Coast Blues” is een nummer met leuke percussie van “Blind” Arthur Blake (1896-1934). Blake was een Amerikaanse blues- en ragtime- zanger en gitarist. Hij staat bekend om de talloze opnames die hij tussen 1926 en 1932 maakte voor Paramount Records. Blake zou blindgeboren zijn in Jacksonville, Florida. Het nummer is een van de eerste die hij schreef. Hij zou familie te hebben gehad in Patterson, Georgia. De afsluiter “Planxty: Miss Joanna Swan” is de laatste original en ook een instrumental. Het nummer schreef Cohen voor Joanna, de moeder van Jasper -hij beschrijft haar als “zwaanachtig”- die hij zijn kleinkind noemt.

SMALL BUT MIGHTY – SONGS FOR GROWING PEOPLE (2020)
w/Moira Meltzer-Cohen

Op het tweede album dat ook deze maand verschijnt ‘Small But Mighty: Songs for Growing People’ zong Andy’s dochter Moira mee en is Randy Seppala, Da Bones Man, op een nummer te horen. Moira bedacht ook de titel van het album. De songs op het album zijn inhoudelijk geschreven voor kinderen, zonder kleinerend te willen zijn. Van de 13 nummers op de tracklist zijn er zeven originele nummers. De keuze van de nummers is ook de keuze van de setlist bij een optreden voor kinderen.

Andy Cohen opent met “Boob-I-Lak” van de Amerikaanse countryzanger Tommy Collins, bekend van de “Bakersfield Sound”. Cohen zelf leerde het nummer zo’n 30 jaar geleden van folkzangeres Maureen McElderry. Wat de titel zeggen wil, daar is hij nog altijd niet achter. Zoals vaker zijn Cohen’s originals instrumentale nummer. Dit geldt ook voor “The Brand New Baby”, een nummer dat hij schreef bij de geboorte van Moira. Voor de volgende original “Mon Petit Chien” hangt Cohen zijn accordeon om. Deze langzame wals, die hij in het frans zingt, gaat over de gewoontes van zijn hondje. Als het beestje onhandelbaar is, zingt hij het nummer dat hem dan kalmeert. Het gaat als volgt: “My little dog, he chases a bone, he drinks some water, he’s jealous of his food, he wags his tail, he’s asleep”. “Uncle Stinky” is een kort nummer over hygiëne en, over zijn neefjes/nichtjes hem noemden. Cohen kende Paul Arnoldi die “Happy-Go-Lucky” schreef. Arnoldi was een architect, beeldhouwer en muzikant/songwriter. “Chicken” is al de vierde original. Het is een van de zoveel duizenden songs over een kip. “Gravy Waltz” was het wiegelied dat Andy voor Moira zong. Op het album zingt Moira het nummer nu voor hem. Van Joe LaRose is “Mighty in the Kingdom”. In het nummer zingt Andy over hoe belangrijk alle dieren (en ook wij dus) zijn. Over locomotiefingenieur Jonathan Luther in het nummer "Casey" Jones “Talkin’ Easy” van Mississippi John Hurt en “West Coast Blues” van Blind Arthur Blake, hebben we het in de andere cd al gehad. Ik moet er wel aan toevoegen dat tijdens de opnames van “West Coast Blues”, Randy “Da Bones Man” Seppala in de studio was. Hij doet in het nummer de percussie op “bones”, kleine in de hand gehouden botten, ook wel ritmebeenderen genoemd. Het is een oud volksinstrument dat, in hun oorspronkelijke vorm, bestond uit een paar dierenbotten, maar ook op stukken hout of vergelijkbaar materiaal bespeeld kan worden. “Funnel Cakes” schreef Andy voor de zusjes Sally en Holly. Op carnaval en beurzen, maar ook op andere evenementen (vooral in Noord-Amerika, is de populaire trechtercake, een regionale koek te vinden. De instrumental “Reverend Gary Rag” en “Planxty Miss Joanna Swan” waar het album mee afsluit kennen we ook al.

Op ‘Tryin’ to Get Home’ en ‘Small but Mighty: Songs for Growing People’ demonstreert Andy Cohen zijn muzikale veelzijdigheid als uitmuntend country blues/folkartiest. Knap te horen en te voelen met hoeveel liefde hij ervoor zorgt dat dit stukje traditionele Amerikaanse rootsmuziek niet verloren gaat.

“On ‘Tryin’ to Get Home’ & ‘Small But Mighty: Songs for Growing People’ Andy Cohen demonstrates his musical versatility as an outstanding country blues/folk artist. Nice to hear and feel, with how much love he ensures that this piece of traditional American roots music cannot get lost…“ (ESC for Rootstime.be)

Eric Schuurmans

 

Album track list TRYIN’ TO GET HOME: 01. Step Up and Go* [Blind Boy Fuller aka Fulton Allen] -02. Pea Vine Blues [Charlie Patton] – 03. Louis Jay Meyers Memorial Stomp* – 04. Riley and Spencer* [Fields Ward, traditional, arr. Andrew M. Cohen] – 05. Bad Dream Blues [Dave Van Ronk] – 06. Puffin’ That Stuff* – 07. One Monkey Don’t Stop the Show* [Sonny Terry aka Saunders Terrell] – 08. Talkin’ Casey [Mississippi John Hurt] – 09. Reverend Gary Rag* (instrumental) – 10. Bob Dylan’s Dream [Robert Dylan aka Bob Dylan] - 11. Dead Don’t Have no Mercy [Gary Davis with add. lyrics by Andrew M. Cohen & William Lee Ellis] – 12. Trying to Get Home* [Gary Davis] - 13. Earwig Stomp*(instrumental) – 14. Time to Go* [Lawrence J. Penn] – 15. I Ain’t Gonna Give You None of My Jelly Roll* [Clarence Williams & Spencer Williams] - 16. West Coast Blues* [Blind Arthur Blake] – 17. Planxty: Miss Joanna Swan (instrumental) - (standard*) / All songs written by: Andrew M. Cohen, or as [noted: 1,2,4,5,7,8,10-13,14-16] © 2020 – Produced by: Michael Robert Frank | Album credits: Andy Cohen: vocs, a- guitar, 12 string guitar (10), steel guitar (8), piano (3,14)

Album track list SMALL BUT MIGHTY: SONGS FOR GROWING PEOPLE: 01. Boob-I-Lak [Tommy Collins] - 2. The Brand New Baby (instrumental) – 03. Mon Petit Chien - 04. Uncle Stinky – 05. Happy-Go-Lucky [Paul Arnoldi] - 06. Chicken - 07. Gravy Waltz [lyrics by Steve Allen, music by Ray Brown] – 08. Mighty in the Kingdom [Joe LaRose] – 09. Talkin’ Easy [Mississippi John Hurt] – 10. West Coast Blues [Blind Arthur Blake] – 11. Funnel Cakes - 12. Reverend Gary Rag (instrumental) - 13. Planxty Miss Joanna Swan / All songs written by: Andy Cohen, or as [noted: 1,2,5,7-10] © 2020 | Album credits: Andy Cohen: lead vocs (1,3-5,8,9), co-lead & harmony (11), a- 6-string (1,5-7,10,12,13), a- 12-string (8), National Steel slide guitar (9), accordion (3), banjo (1,4,11) / Moira Meltzer-Cohen: lead vocs (7,11), harmony vocs (1,8,11) / Randy Seppala, Da Bones Man: bones (10)

Discography ANDY COHEN: Tryin’ to Get Home [2020] | Small But Mighty: Songs for Growing People, w/Moira Meltzer-Cohen [2020] | Road Be Kind [2015] | Built Right on the Ground [2010] | For Hands No Waiting, w/Jack Redcliffe [2005] | Ridiculous Instrumentals [2005] | Play It a Long Time…, by Andy and His Friends [2003] | Dolceola Favorites, by Andrew M. Cohen [2002] | The Full Catastrophe: by William Lee Ellis, w/Andy Cohen [2000] | Mississippi Heavy Water Blues w/ Larkin Bryant [199?] | Lark in the Twilight, by Larkin Bryant Cohen [1998] | Oh Glory, How Happy Am I: The Sacred Songs of Rev. Gary Davis [1997] | The Marimac Anthology: Deep in Old-Time Music, w/Tony Ellis & Eleanor Ellis [1996] | Grinnin’ in Your Face, w/David Rice [1995] | Preachin’ in that Wilderness, w/William Lee Ellis & Eleanor Ellis [1993] | Tuxedo Blues, w/Joe LaRose [1981] | Shuffle Rag [1979] | The Detroit Folk Scene Vol1, w/ Marc Chover & Andy Cohen [1970] |

 

Artiest info
Website  
 

Label: Earwig Music Co, Inc.
Info : Blind Raccoon

video